De Reus van de Bende van Nijvel lijkt ontmaskerd. Eindelijk gemoedsrust voor de nabestaanden. Naast een robotfoto plakt er nu ook een echt gezicht op een van de gangsters die verschillende aanslagen in het bananenkoninkrijk België pleegden. Een andere gemaskerde Reus mag vandaag echter lustig verder terreur zaaien. Bumba, de 'ondeugende' clown van Studio 100. Deze bende, geleid door het meesterbrein van Gert Verhulst, maakt verkleed als kindervrienden al een decennium lang een hele generatie jonge ouders knettergek. En doodop, zodat we rond 22u 's het verstand op nul te zetten en languit in de zetel naar Gert Late Night gapen. Ik sta alvast op de rand van de afgrond. En u?
Dankzij de klassieke rolverdeling in mijn gezin staat mijn vrouw een half uur vroeger op met zoonlief Magnus. Zo krijg ik extra rust voordat ik aan een slopende werkdag begin. Maar daar denkt Bumba anders over. Vanaf dat zijn 'Maak een regenboog!' mijn slaapkamer binnensijpelt, stapelen de donderwolken zich op voor de rest van de dag. Geïrriteerd raas ik in mijn boxershort naar beneden, klaar om Bumba de mond te snoeren. Maar grijnzend kijkt zijn debiele Hollandse handlanger me aan en roept hij 'Handjes naar omhoog!'. De gijzeling is een feit. Ik kijk angstig naar m'n zoon die vol van bewondering doet wat Studio 100 ons opdraagt, daarbij lustig Bumbaaaaa! joelend. Zijn eerste verstaanbaar woordje. Het Stockholm-syndroom heeft hem zwaar te pakken.
Het is onbegrijpelijk dat Bumba overal een podium krijgt. Zijn 'wasdanau' is onmiskenbaar Antwerps dialect en tast de basiskennis Nederlands van onze jongste generatie Vlamingen aan. Verder wemelt het van de vooroordelen in zijn theatershows: Aziaten hebben spleetogen en ze eten met stokjes, en het is koud op de Noordpool. En blijkbaar glad, want Bumba en zijn debiel helpertje glijden zo nu en dan eens uit. Maar die onderbroekenhumor begrijpen onze gepamperde peuters nog niet. Die pijnlijke stilte is het enige moment waarop ik even kan ademen. Tot een rokende eskimo de lucht verziekt.
Gelukkig neemt Telenet als eerste zijn verantwoordelijkheid en stopt het vanaf januari met deze terreur tegen de ouderlijke trommelvliezen. Geen dag te vroeg. Bumba wil een hersenloze maatschappij installeren met hyperkinetische en goedgeluimde burgers, die een halfbakken Nederlands uitstoten en de wereld benaderen in
achterhaalde stereotypen. Het is een geruisloze staatsgreep van Studio 100, die
drijft op het onschuldige enthousiasme van onze allerjongsten. Want dat
is de sleutel tot hun succes. We doorstaan dit spervuur aan vreselijke
bagger, omdat het een glimlach op het gelaat van ons
nageslacht tovert. Omdat we starend naar onze smartphone zelf geen gekke
bekken meer trekken, besteden we het vertier uit aan een criminele bende.
Met desastreuze gevolgen.
Toen ik klein was, gingen we één keer per jaar naar het circus. Daar zat ik op een knus houten bankje in een warme tent gedisciplineerd naar het spektakel te kijken, waarna ik voldaan naar huis reed op de achterbank van papa's Golf 1. De rest van het jaar bracht TikTak en een scheutje cognac in mijn Joyvalle-melk rust in mijn groeiend hoofdje en in onze woonkamer. Vandaag woont de clown permanent bij mij thuis en knettert zijn kazoo continu. Het sluiten van het rode gordijn werkt immers als een rode vod op het gemoed van Magnus, die dan begint te jammeren als een Arabische weduwe. Ontroostbaar. Tot hij nog eens mag kijken. Helemaal vanaf het begin. Zo staren we op zondag soms wel vijf keer naar 'Bumba op Reis' en mag ik de namiddagtopper in het vaderlandse voetbal 's avonds laat bekijken. Zonder geluid, als ik tegen dan nog wakker ben.
Bumba heeft mijn huis ingepalmd en mijn leven vernietigd. Wanneer ik als goede en moderne vader tijd wil doorbrengen met Magnus, weet ik dat de gemaskerde Reus er zal zijn. En blijf ik uit zelfbehoud vaak doelbewust weg. Net zoals onze ouders in de jaren '80 niet langer naar de Delhaizes durfden. Zo nu en dan droom ik dat ik tijdens Bumba op Reis van achteruit de zaal instorm en met een mitrailleur Bumba & co van de bühne maai en al te enthousiaste ouders ook van de kogelregen laat proeven. Maar dan schiet ik wakker en besef ik dat de nachtmerrie verder duurt. Wie ontmaskert Bumba? Wie houdt deze Reus weg van onze kinderen? Dat lijken me prangendere vragen dan een verjaarde za(a)k van dertig jaar geleden.