De leefwereld van Magnus strekt zich voorlopig uit van Tenerife in het Zuiden tot Oslo in het Noorden. Al denk ik dat hij 's nachts ook wel eens de hel bezoekt, afgaande op zijn huilbuien.
Die beperkte reisdiameter heeft z'n redenen. Sinds mijn zoon geboren is, lijd ik aan vliegangst. Niet om te vliegen, maar wel om met hém te vliegen. Het ongemak is simpelweg te groot.
Die beperkte reisdiameter heeft z'n redenen. Sinds mijn zoon geboren is, lijd ik aan vliegangst. Niet om te vliegen, maar wel om met hém te vliegen. Het ongemak is simpelweg te groot.
Zoals gisteren op onze Brussels Airlines-vlucht huiswaarts. Nadat we de veiligheidscontrole doorstaan hadden, dacht ik dat het ergste voorbij was. Mijn zweetschoenen niet moeten uitdoen, met de glimlach uitgelegd dat het melkpoeder geen cocaïne is en mijn riem net op tijd van de hals van Magnus gehaald.
Tot we aan de gate komen, Magnus plots in een enorme hongerkramp schiet en de hele vlucht beseft dat er een peuter mee aan boord komt. Weg sfeer, denken ze van business tot check & go. Plots droomt niemand nog van zijn zomerhutje aan de fjord. Niemand maakt zich nog zorgen waar hij zijn handbagage kwijt zal geraken.
Iédereen staart mij en mijn kind aan, met een blik vol verwijten alsof je hun hele leven verwoest hebt. Behalve die andere prille ouders. Zij halen opgelucht adem. Er zitten nog andere rotkinderen op het vliegtuig.
Iédereen staart mij en mijn kind aan, met een blik vol verwijten alsof je hun hele leven verwoest hebt. Behalve die andere prille ouders. Zij halen opgelucht adem. Er zitten nog andere rotkinderen op het vliegtuig.
Om de reistijd zo kort mogelijk te houden en omdat Magnus er doorgaans in slaagt om zijn sluitspier in gang te duwen bij het openen van de gate, boarden we als een van de laatsten.
Van voor naar achter en van links naar rechts zie je dezelfde blik wanneer ik met een jengelende Magnus het smalle gangpad betreed: "God, toch niet naast mij."
"God, dus wel naast mij. Ik heb godverdomme altijd pech, waarom zit ik nooit eens naast een Noors topmodel?" denkt de zakenman naast wie ik net halt gehouden heb. Hij wurmt zicht met een diepe zucht uit zijn zitje.
"Wees wat minder gierig en boek een Business Class-ticket," denk ik, net voordat ik met mijn hoofd tegen de bagageruimte knal en Magnus net niet laat vallen. Hij was net gestopt met wenen, maar krijst opnieuw de hele Boeing bijeen.
Als plichtsbewuste vader had ik een plaats aan het raam geboekt, zodat mijn vrouw makkelijk met Magnus kon slapen. Stijf van de stress overhandig ik onze grote liefde & trots aan mijn vrouw en plof ik neer op de plaats in het midden.
Ik kijk rond en zie de twintigers hun oortjes insteken. Zij weten nog niet dat Magnus door merg, been en noise cancelling koptelefoons jankt. De dertigers en veertigers speuren naar een leeg zitje ver weg. De senioren lonken met een minzame blik naar ons geluk. En draaien de volumeknop van hun hoorapparaat naar beneden. "Dit wordt een lange vlucht," hoor ik achter mij.
Ik kijk rond en zie de twintigers hun oortjes insteken. Zij weten nog niet dat Magnus door merg, been en noise cancelling koptelefoons jankt. De dertigers en veertigers speuren naar een leeg zitje ver weg. De senioren lonken met een minzame blik naar ons geluk. En draaien de volumeknop van hun hoorapparaat naar beneden. "Dit wordt een lange vlucht," hoor ik achter mij.
Ik buk me en haal de dvd-speler uit de handtas van mijn vrouw. "Wat doe je nu?" vraagt ze. "We hadden toch afgesproken om het zo lang mogelijk zonder te proberen?"
"De mensen worden al lastig, schat," zeg ik. "Ik denk dat het voor iedereen beter is als we hem gewoon zijn goesting geven."
Zijn goesting, dat is zijn grote tekenfilmheld Brandweerman Sam in een compilatie van zijn beste reddingsoperaties. Wanneer de begintune weerklinkt, stopt Magnus met snikken. Hij staart roerloos naar het scherm. Een heilige stilte. Zelfs de druk op zijn trommelvliesjes bij het opstijgen breekt de betovering niet. Onze buren hervatten hun gesprekken op zachte toon. Ik sluit m'n ogen en val in slaap.
Tot een half uur later mijn vrouw me wakker schudt: "Ik denk dat Magnus kaka heeft gedaan. Het is jouw beurt."
"Hij is godverdomme juist geweest. Kunnen we niet wachten tot als we geland zijn?" vraag ik geïrriteerd.
"Stop met te vloeken en zoek een pamper in onze koffer. Ik ben vergeten ze eruit te halen," antwoordt mijn vrouw.
Gegeneerd kijk ik naar de zakenman naast mij, die beseft dat hij recht moest staan. Ik worstel me naar het gangpad, sta recht, bonk met mijn hoofd tegen de bagageruimte en open deze met een vuurrode kop. Het kostuumjasje van de zakenman valt eruit, wat een stevige zucht bij hem ontlokt. Gelukkig vind ik vrij snel de zak pampers en buk me om Magnus mee te nemen.
Die had echter niet gerekend op een vervroegd afscheid van Brandweerman Sam en zet zijn keel wagenwijd open. "Welke deftige vader kan zijn kind nu geen twee seconden stil krijgen?" hoor ik achter mij. "Deze waardeloze vader," bijt ik de zakenman toe, terwijl ik Magnus stevig vastgrijp en met grote passen richting toilet loop.
Gefascineerd door het kleine kamertje blijft Magnus gelukkig rustig liggen wanneer ik zijn broekje uitdoe en zijn body losmaak. "Flinke jongen," lach ik hem toe. "En ook niet te veel in jouw broek gedaan, daar is papa blij om." Maar plots begint het vliegtuig stevig te schudden. Ik grijp Magnus vast, waardoor ik met mijn rechterelleboog in zijn open luier beland.
Altijd al gedroomd om als gloednieuw lid van de Miles High Club met een voldane glimlach en de bijbehorende lippenstift- en andere vlekken terug naar mijn plaats te schrijden. Bij voorkeur na een wilde stoeipartij met een platinablonde stewardess van Scandinavian Airlines, waarbij de piloot het turbulentiesignaal moest activeren.
Op mijn 33ste blijkt een bruine strontvlek van mijn zoon op mijn nagelwit hemd en een standje van een kalende Brussels Airlines-steward omdat ik het turbulentiesignaal negeerde, het hoogst haalbare. 30.000 voet in de lucht. Met beide benen op de grond.
Op mijn 33ste blijkt een bruine strontvlek van mijn zoon op mijn nagelwit hemd en een standje van een kalende Brussels Airlines-steward omdat ik het turbulentiesignaal negeerde, het hoogst haalbare. 30.000 voet in de lucht. Met beide benen op de grond.
Wanneer ik Magnus opnieuw aan mijn vrouw overhandig, vraag ik haar of ze van het uitzicht genoten heeft.
"De batterij van de dvd-speler is plat. We zullen hem nog een uurtje moeten entertainen," antwoordt ze. "Heb je hem trouwens wel goed ververst? Ik ruik nog steeds kaka."
"De batterij van de dvd-speler is plat. We zullen hem nog een uurtje moeten entertainen," antwoordt ze. "Heb je hem trouwens wel goed ververst? Ik ruik nog steeds kaka."
"Dat is mijn elleboog die in de stront van jouw zoon beland is. En als jullie mij nu niet met rust laten, dan zal ik me eens erg breed maken," grom ik.
Nadat Magnus vijf keer achter elkaar naar Brandweer Sam gevraagd heeft maar zijn held niet is komen opdagen, begint hij te roepen. Nog maar eens. Ik buk me en probeer de iPad in de handtas van mijn vrouw terug te vinden.
"Wat doe je nu weer?" vraagt ze. "We kunnen vanuit flight mode toch geen filmjes bekijken."
"Fuck flight mode. Neerstorten lijkt me minder erg dan zijn gezaag nog een half uur te moeten ondergaan. En het kan me geen reet schelen wat de oogarts zegt. Een uurtje meer of minder schermtijd zal het verschil niet maken," zeg ik.
"Doe eens even normaal." zegt mijn vrouw. "Kijk Magnus, wat een mooie hemel," zegt ze, terwijl ze uit het venstertje wijst. Magnus staart met een blik vol verwondering uit het venster. Muisstil.
"Zijn moeder krijgt hem tenminste wel rustig," hoor ik achter mij. Verweesd kijk ik mee naar buiten en zie ik honderden witte Melo-cakes badend in een roze gloed. Jammer dat het raam niet open kan. Ik was er al lang uitgesprongen.
De kalende steward maakt van de rust gebruik om Magnus een klein plastic Brussels Airlines-vliegtuigje te geven. "Nu nog? Net voor de landing? En ja, beloon hem maar voor zijn voorbeeldig gedrag," zeg ik. De zakenman naast mij zucht nogmaals en schudt zijn krant strak.
"Klagen mag ook al niet meer van mijnheer?" zeg ik. "Ik wil al lang naar Bali of Australië. Maar een maand paradijs weegt
niet op tegen 2x24uur de hel. Ik kan niet langer dan 4 uur aan een stuk vliegen.
Reizen kan ook in je hoofd, zeggen ze dan. Jammer dat mijn verbeelding dezer dagen beperkt blijft tot de kazerne van Brandweerman Sam."
"Brandschoon is het daar alvast niet," zegt de steward, terwijl hij een kotszakje neemt en mijn elleboog van mijn leuning duwt.
"Prille vaders op een vliegtuig. Ze denken dat de wereld rond hen draait," knipoogt hij naar de zakenman.