11 augustus, 2018

Gewenningsdagen op de Vikinggrond

Een nieuw land, een nieuwe crèche voor mijn 2-jarige zoon Magnus. Vorige maandag opende ik met aan de ene hand zoonlief en in de andere hand een minirugzak van Fjällräven gevuld met een frisse portie goede moed en een pet tegen de zon, de toegangspoort van 'Vikingjordet'. Dat betekent 'Vikinggrond', wat als een trainingskamp voor Noorse neo-nazi's klinkt.

De sfeer bij aankomst was niettemin erg vredevol. Vier volwassenen bekommerden zich in open lucht om een tiental peuters, die gezapig fietsten, voetbalden en op de Vikingscheepjes klauterden. Het verschil in decibels met een Belgische crèche, waar één volwassene negen schreeuwende baby's in een klein, doorleefd lokaal probeert te bedwingen, was direct hoorbaar. De Vikinggrond is geen voedingsbodem voor toekomstige aanstokers van gevangenisopstanden in Vorst.

Een steviggebouwde, maar vriendelijk ogende vrouw kwam ons begroeten. "Jullie moeten Ingrid & Yannick zijn," zei ze. "Ik ben Heidi, de verantwoordelijke van Vikingjordet." "En dit is ongetwijfeld Magnus," zei Heidi, terwijl ze hem over zijn witblond kopje aaide. "Kom even mee, dan toon ik jullie de kleedkamer en de eetruimte. De kleintjes zitten trouwens even binnen."

In de knusse kleedkamer hingen een twintigtal kapstokjes met groene, blauwe en rode regenjasjes en daarboven fotootjes van blanke, donkere en minder donkere kindjes. De nieuwe speelkameraadjes van Magnus heetten onder meer Haakon, Lise en Nasir. In de speelruimte maakten we meteen kennis met Nasir, die een geelrode dinosaurus in alle richtingen kantelde.

"Zet jullie maar op de grond, zo zijn we meteen het dichtst bij de leefwereld van onze kleine mensjes hier," zei Heidi. "Maar doe alsjeblief eerst jouw schoenen uit, zo doen we dat hier in Noorwegen," knipoogde ze naar mij.

Al snel kwam Nasir naar mij gewaggeld en overhandigde hij me zijn dinosaurus. "Nasir is erg sociaal, dat heeft hij ongetwijfeld van thuisuit meegekregen," lachte Heidi. "Dat zie ik," antwoordde ik met een krampachtig lachje, waarop ik de dinosaurus met een brulgeluid net niet in Nasirs linkeroogje plantte.

Nasir begon meteen te huilen. "Oei, dat lijkt me het signaal om te vertrekken," knipoogde ik naar Heidi. "Ik betaal godverdomme geen 3100 Noorse kronen per maand om hier op mijn kousen met een wildvreemde bleiter Jurassic Park na te spelen," siste ik tegen mijn vrouw.

"Alle psychologen raden aan om de eerste dag een uurtje te blijven," antwoordde Heidi. "Zo begrijpt Magnus dat dit geen eenmalig bezoekje is. Vele buitenlandse ouders denken dat 3100 kronen per maand hen een vrijgeleide oplevert om hun kind hier zomaar hele werkdagen te dumpen."
"Natuurlijk denk ik dat niet," stamelde ik.

"Het is een hele schok voor het kind wanneer je hem of haar uit zijn dagdagelijkse omgeving weghaalt en tussen alleen maar nieuwe mensen plaatst. Daarom geloven we sterk in het nut van enkele kortere inloopdagen, die de overgang moeten vergemakkelijken," zei Heidi.
"De overgang heeft bij juffrouw Heidi duidelijk zijn sporen nagelaten," fluisterde ik tegen Magnus.

Daar zat ik dan. De brute kennismaking met het concept 'tilvenning', oftewel 'gewenning'. Nog een oneinding lang half uur omringd door jengelbaby's en vechtende zebra's en olifanten. Het derde seizoen van Peaky Blinders moet tot vanavond wachten. Als Magnus dan eens wil doorslapen. "Wat een hopeloos gepamper hier," rolde ik met mijn ogen richting mijn vrouw.

Dag 2 verliep volgens hetzelfde stramien, wat ik probleemloos aanvaardde. Maar toen ik op dag 3 na een half uurtje aanstalten maakte om te vertrekken, hield Heidi me tegen: "Magnus is nog niet klaar, dat zie je toch? Het is belangrijk dat we zijn welbevinden centraal plaatsen."

Ik hield het niet meer. "En wat met MIJN welbevinden?" riep ik. "Ik zit hier al een maand IKEA-treinsporen aan elkaar te koppelen, waterballonnen dicht te knopen en schommels in gang te duwen. En dat tijdens de warmste zomer ooit in Noorwegen. Mijn geduld is op. Ik zie mijn kind graag, maar wat tijd zonder mij zal hem alleen maar helpen in zijn ontwikkeling."
"Wel, laten we morgen beginnen met een half uurtje zonder ouders," antwoordde Heidi.

Zoals beloofd, namen we op dag 4 na een kwartiertje afscheid van Magnus. "Perfect, dan gaan we even inkopen doen," zei ik opgewekt. "Dat kan deze namiddag ook nog," lachte Heidi. "De koffie in de personeelsruimte boven staat klaar. Van daaruit kunnen jullie Magnus perfect in het oog houden. Als hij te intens zou wenen, roep ik jullie."

"Wat een fantastisch land toch. 10 euro voor een pint, een snelheidslimiet van 80 en kinderen mogen niet wenen. Hier worden we zeker gelukkig," rolde ik met mijn ogen naar mijn vrouw.

Overtuigd dat Magnus het wel alleen zou redden, nestelde ik me met een koffie en de weekendbijlage van Aftenposten in de zetel van de personeelsruimte. Plots hoorde ik Magnus huilen. "Godverdomme, wat is daar aan de hand," gromde ik, terwijl ik naar het raam liep.

Magnus stond druk te wijzen naar Nasir, die verbouwereerd een bal in beide handjes vasthield. Ik stormde naar beneden en omhelsde een snikkende Magnus.

"Ik begrijp dat je bezorgd bent, maar je moet Magnus zijn ruimte laten," zei Heidi, die al naast ons stond. "Hoe wij - en vooral - jullie die ruimte zien, kunnen we tijdens ons evaluatiegesprek bespreken."

Een evaluatiegesprek? Het angstzweet brak me uit. Zal ik als ouder geëvalueerd worden? De Noorse staat deinst er niet voor terug om kinderen weg te halen bij slechte ouders. Met de kop tussen de schouders keerde ik terug naar mijn vrouw, die nog steeds in de personeelsruimte zat te wachten.

Zij stelde me echter meteen gerust: "Het wordt gewoon een goed gesprek over hoe wij en Magnus de gewenningsdagen beleefd hebben." "Moet ik eerlijk zijn," lachte ik. "Liever niet," antwoordde Ingrid zonder een spier te vertrekken.

Na een succesvolle vijfde voormiddag, waarin Magnus speelde, at én sliep alsof hij al jaaaren op de Vikinggrond leefde, volgde het aangekondigde evaluatiegesprek. Om niet te moeten liegen, besloot ik om mijn mond te houden. Dat lukte wonderwel goed, tot de slotvraag kwam.

"Wat verwachten jullie van ons," vroeg Heidi, terwijl ze haar papieren op tafel recht klopte.
"Ghoh, niet al te veel," antwoordde ik. "Dat jullie hem uit de criminaliteit en snuff movies houden. Ik weet dat dat laatste veel geld oplevert, maar jullie hebben toch ook zelf kinderen, nee?" Mijn vrouw plantte haar elleboog keihard in mijn zij.

"Excuus, in België hanteren we een ander soort humor. Ik hoop vooral dat Magnus elke ochtend met plezier naar hier zal komen. Dan kunnen we van een succes spreken," probeerde ik me krampachtig te corrigeren.
"Daar ben ik het absoluut mee eens," stelde Heidi. "Het is vooral belangrijk dat Magnus zich hier amuseert. Leren komt later wel."
"Zolang hij maar niet achterlijk wordt," dacht ik bij mezelf.