19 september, 2018

Dankbare Noren

Noorwegen hoort al jarenlang bij de gelukkigste landen ter wereld. Logisch, denkt een buitenstaander. Veel open ruimte, veel Tesla's, veel olie. Weinig stress, weinig staatschuld en weinig files. Kortom, de Noren baden in onuitputbare materiële rijkdom en glasheldere fjorden, die ze met nauwelijks 5,3 miljoen mensen delen.

Maar er is meer aan de hand. Volgens mij speelt hun dankbaarheid, die ze dagdagelijks uitoefenen, een centrale rol in hun geluk. En dan heb ik het niet over dankbaarheid voor de vele spullen die ze kopen. Neen, op dat vlak rollen de oliekronen hier zonder veel boe of ba. De Noren tonen zich vooral dankbaar voor ervaringen die ze met anderen hebben mogen beleven. Soms speciaal, doorgaans doodgewoon.

Bijvoorbeeld: je hebt vorig weekend in Oslo met iemand een koffie gedronken en die kom je per toeval opnieuw tegen in de stad. Daarbij volgt - in principe - meteen de begroeting 'takk for sist', wat letterlijk 'bedankt voor de vorige keer' betekent.

De eerste keer dat ik dat hoorde, wist ik niet wat er gebeurde. Mijn vrouw en ik ontmoetten een bevriend koppel voor de tweede keer die maand. Henrik, de man van de beste vriendin van mijn vrouw, stak bij het weerzien zijn hand uit en zei 'takk for sist'. 

"Jaja, het zal wel," dacht ik bij mezelf, waarbij ik een schaapachtige glimlach tevoorschijn toverde en hem de hand schudde. "Takk, i like måte (dank je, ook zoveel)," antwoordde mijn vrouw en omhelsde hem.

Het gesprek kabbelde rustig verder, totdat we afscheid namen. Het koppel was nog geen vijf seconden vertrokken of mijn vrouw vloog uit tegen mij: "Waarom ben je in godsnaam niet hoffelijk tegen Henrik? Hij bedankt je voor de koffie van vorig weekend en jij staat daar als een idioot te grijnzen."

"Ik dacht dat hij met mijn gezicht aan het lachen was. Of dat ik vorige keer iets verkeerd gezegd had," stamelde ik.
"Stop met achter overal iets te zoeken. Hier in Noorwegen zijn we gewoon oprecht vriendelijk tegen elkaar," zei mijn vrouw.
"Naïef, bedoel je," mompelde ik.

Maar telkens als ik nu die 'takk for sist' hoor, dan zie ik effectief een kleine fonkeling in de ogen van de dankbare Noor. Als een ster die het onbelangrijk gewaande verleden even doet oplichten. "Het was leuk vorige keer en ik ben blij je terug te zien." Daar komt het eigenlijk op neer. Wie deze drie schamele woorden uitspreekt, levert onbetaalbare zuurstof voor de vertrouwensband.


Die dankbaarheid drillen de Noren er van kindsbeen af in. Niemand verlaat de eettafel zonder 'takk for maten' (dank je voor het eten) te hebben uitgesproken. Een dag in de crèche wordt steeds afgesloten met 'takk for idag' (dank je voor vandaag). Een spannende wedstrijd op de tennisbaan? 'Takk for en fin kamp'.

Zoveel dankbaarheid... Menen de nazaten van de Vikingen dat nu écht? Het valt moeilijk te geloven voor deze cynische Vlaming, die zich vaak afvraagt waarvoor de Noren eigenlijk zo dankbaar zijn. Het half uur zonlicht in een hele winter? Het nationale voetbalelftal dat Cyprus klopt? De lauwe pinten aan 9 euro?

Ja, de Noren zijn écht dankbaar voor niets speciaals. En zo wordt alles weer een beetje specialer. Waar dankbaarheid de wisselkoers van het volk is, swingt het Bruto Nationaal Geluk de pan uit. In alles en iedereen schuilt op die manier een meerwaarde.


(*)Over de kracht van dankbaarheid gesproken. Na een enerverende Serena-show in de finale van de US Open Tennis, kreeg winnares Naomi Osaka de microfoon onder de neus: "Ik was gewoon heel dankbaar dat ik met iemand als Serena hier mocht spelen," snikte ze. Bam. Osaka deed heel de egotrip van la Williams teniet door zich erg nederig én dankbaar op te stellen. Dankbaarheid herleidt alles en iedereen tot de juiste proporties.